Zo togen we daags na het verjaarspartijtje,
dat voor de gelegenheid ( Jills Big 4-0 ) niet thuis maar in een donkere club
binnen de stadsgrenzen van San Francisco werd gevierd, in alle vroegte naar het
vliegveld om via St. Paul naar Traverse City te vliegen. Door de rijkelijke
gevloeide drank en het late tijdstip dat het eind van Jills, overigens door de
aanwezigheid van gezellige vrienden zeer geslaagde feest, markeerde waren we op Zondag redelijk vroeg
onder de synthetische wol gekropen hetgeen het vroege opstaan op Maandag iets,
zij het niet veel, makkelijker maakte. Vliegen blijft vliegen; een noodzakelijk
kwaad, maar de inmiddels vergaarde Delta
status maakt het allemaal iets comfortabeler. We kwamen dan ook redelijk fit en
vol goede moed in Michigan aan, klaar om onze trip te starten.
Sinds jaar en dag had Jill al de wens
om één of twee nachten door te brengen
in het prestigieuze Grand Hotel op Makinac Island. Dit hotel laat zich qua
ambiance en decor het best vergelijken met het, in Den Haag e.o. wereldberoemde
Kürhaus hotel van de jaren 30. Het gedateerde interieur, de formele dress-code
na 18:00 en het gebrek aan moderne voorzieningen maakt het een prima oord voor
hen die een respectabele, bingospelende leeftijd hebben bereikt maar mijn smaak
was het niet. Het was me allemaal net even te pretentieus en de geboden
service/kwaliteit voldeed nimmer aan de, door de heftige tarieven gewekte
verwachtingen. Het mag dan ook geen verrassing zijn ik geen traan van weemoed
heb gelaten toen we na 2 dagen, die overigens door alle bezienswaardigheden op
het eiland zeer plezierig waren, het Hotel in de achteruitkijkspiegel van de
door paard getrokken taxi steeds kleiner zagen worden.
Volgende stop was het pittoreske Holland,
MI. Centraal in The Great Lakes State gelegen blijkt dit in vroeger tijden een
plek geweest die op migrerende Nederlanders een aantrekkende werking had. De
Nederlandsche namen en bedrijven met Dutch stuff zijn er niet van de lucht en
we konden het dan ook niet laten om er een nachtje door te brengen. Om
toeristen een, zij het enigszins vertekend, beeld te geven van het dagelijks leven
in Nederland heeft de Familie Nelis een replica van een heus plattelandsdorp in
The Old Country neergezet alwaar uit Holland ingevlogen stagiaires uit de
provincie nietsvermoedende Amerikanen de indruk geven dat iedereen in The
Netterlends de hele dag voor hun windmolen al klompendansend achter
boerderijdieren aanzit. Ik heb het allemaal maar met een schep zout voor lief
genomen.
De laatste 2 dagen werden vervolgens
doorgebracht met Jills familie die ogenschijnlijk immer weer onder de indruk
zijn dat we helemaal uit Californië naar Michigan reizen om een paar dagen rond
te rijden/lopen in het landschap dat dagelijks aan hun aandacht ontsnapt. Ik
vergelijk het maar met de verbazing die mij overmant als ik de duizenden
toeristen van heinde en verre zie komen om de Golden Gate brug te bewandelen en
op de gevoelige plaat vast te leggen terwijl het voor ons inmiddels niets meer
dan een lastige horde in het woon-/werkverkeer is.