Saturday, August 25, 2012

Michigan



 
Veel te lang geleden voelt het alweer, Jills verjaarsfeest en de aansluitende vakantie naar haar geboortestaat Michigan. Wereldreizigers als we zijn proberen we op z'n minst een paar keer per jaar aan onze spreekwoordelijke palen te trekken en te genieten van al het moois dat het land van melk en honing te bieden heeft.


 
Zo togen we daags na het verjaarspartijtje, dat voor de gelegenheid ( Jills Big 4-0 ) niet thuis maar in een donkere club binnen de stadsgrenzen van San Francisco werd gevierd, in alle vroegte naar het vliegveld om via St. Paul naar Traverse City te vliegen. Door de rijkelijke gevloeide drank en het late tijdstip dat het eind van Jills, overigens door de aanwezigheid van gezellige vrienden zeer geslaagde feest,  markeerde waren we op Zondag redelijk vroeg onder de synthetische wol gekropen hetgeen het vroege opstaan op Maandag iets, zij het niet veel, makkelijker maakte. Vliegen blijft vliegen; een noodzakelijk kwaad,  maar de inmiddels vergaarde Delta status maakt het allemaal iets comfortabeler. We kwamen dan ook redelijk fit en vol goede moed in Michigan aan, klaar om onze trip te starten.

Sinds jaar en dag had Jill al de wens om  één of twee nachten door te brengen in het prestigieuze Grand Hotel op Makinac Island. Dit hotel laat zich qua ambiance en decor het best vergelijken met het, in Den Haag e.o. wereldberoemde Kürhaus hotel van de jaren 30. Het gedateerde interieur, de formele dress-code na 18:00 en het gebrek aan moderne voorzieningen maakt het een prima oord voor hen die een respectabele, bingospelende leeftijd hebben bereikt maar mijn smaak was het niet. Het was me allemaal net even te pretentieus en de geboden service/kwaliteit voldeed nimmer aan de, door de heftige tarieven gewekte verwachtingen. Het mag dan ook geen verrassing zijn ik geen traan van weemoed heb gelaten toen we na 2 dagen, die overigens door alle bezienswaardigheden op het eiland zeer plezierig waren, het Hotel in de achteruitkijkspiegel van de door paard getrokken taxi steeds kleiner zagen worden.
 


Volgende stop was het pittoreske Holland, MI. Centraal in The Great Lakes State gelegen blijkt dit in vroeger tijden een plek geweest die op migrerende Nederlanders een aantrekkende werking had. De Nederlandsche namen en bedrijven met Dutch stuff zijn er niet van de lucht en we konden het dan ook niet laten om er een nachtje door te brengen. Om toeristen een, zij het enigszins vertekend, beeld te geven van het dagelijks leven in Nederland heeft de Familie Nelis een replica van een heus plattelandsdorp in The Old Country neergezet alwaar uit Holland ingevlogen stagiaires uit de provincie nietsvermoedende Amerikanen de indruk geven dat iedereen in The Netterlends de hele dag voor hun windmolen al klompendansend achter boerderijdieren aanzit. Ik heb het allemaal maar met een schep zout voor lief genomen.

De laatste 2 dagen werden vervolgens doorgebracht met Jills familie die ogenschijnlijk immer weer onder de indruk zijn dat we helemaal uit Californië naar Michigan reizen om een paar dagen rond te rijden/lopen in het landschap dat dagelijks aan hun aandacht ontsnapt. Ik vergelijk het maar met de verbazing die mij overmant als ik de duizenden toeristen van heinde en verre zie komen om de Golden Gate brug te bewandelen en op de gevoelige plaat vast te leggen terwijl het voor ons inmiddels niets meer dan een lastige horde in het woon-/werkverkeer is.